linnen I het
  1. linnen

    Undergoed en beddegoed weur vroeger van linnen maakt (Emmen)

    Het linnen worde ien meert op de blieke legd um de gèle kleur weg te kriegen (Ruinerwold)

    Hie prat deur linnen en wollen hen

    Ze hebt wel wat aachter het linnen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...