lochtig bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: luchtig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. licht

    Hij hef van dat hiele lochtige haor (Hoogeveen)

    Een luchtige jurk (Klazienaveen)

    Die thee is zo luchtig, daor kuj wel bonen deur zichten

    Zie ook:
  2. met daglicht(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)

    Het is mooi lochtig ewörden, nou ze de bomen um ekapt hebben (Hoogeveen)

    Ie heuft 's aovends haost gien locht mèer op hebben, want het is al zo lang lochtig (Hijken)

    luchtig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...