lumen II onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. niet veel doen, niet erg opschieten(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Dende dut niks, hie lop wat um hoes toe te lumen (Exlo)

    Zie ook:
  2. nukkig zijn(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hie zit te lumen, het zint hum niet (Exlo)

    Zie ook:
  3. goed geluimd zijn(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het luumt hum niet zo arg vandage, dat kun wel een kwartie bèter (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...