lummel
Eine dei veul kattekwaod dut, is een lummel (Barger Oosterveld)
Oetoe lummel!
Die lummel trok de kinder al maor van de fiets (Een)
Veur de lummels under de pèerde haar de smid een noodstal staon
groot, log exemplaar
Ik hebbe een lummel van een haze escheuten (Hoogeveen)
Dikke lummels van zolderbalken (Klazienaveen)
Een dikke lummel van een koe (Sleen)
steun, vergrendeling onder een kipkar(Zuidwest-Drenthe Noord)
Hej de lummel wel op de karre? (Dwingelo)
penis(Kop van Drenthe)
Zie ook: