maat voor grasland, in grootte verschillend: 0,5 ha (kvd, md, hy), 0,6 ha (Row), van 0,4 tot 0,6 ha (Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)
Der waren kerels, die kunden in de houk van de heerd wel een mad maaien (Een)
Honderd tree lang en dartig zwad, dat is 'n maaiers mad
IJ moet hum niet over de mad kommen, dan wordt e slim hellig
De veldwachter kwamp de jonges aover het mad, doe ze bei de domenèer ien de paren zatten (Ruinen)
dagwark
strook te maaien of gemaaid gras
Ik moet even een mad gras maaien
Dat gres lig nog in het mad
(fig.) dagtaak
Hij hef zien mad er weer opzitten (Emmen)
Ik had gistern het mad buten Meppel