makkelijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gemakkelijk (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), makkelk (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), maklijk, makkeld (Midden-Drenthe)

  1. gemakkelijk

    Daor is hij gemakkelijk ankomen (Barger Oosterveld)

    Wat een gemakkelijk peerd is dat

    Dizze leste vraog is makkelijk (Zuidlaren)

    Makkelijk der an, makkelijk der of (Eext)

    Wij kunt het makkelijk doen (Drouwen)

    Zie ook:
  2. comfortabel

    Maak het je makkelijk (Erica)

    Hie hef een makkelijk leven (Buinen)

    Zie ook:
  3. goedaardig

    Hij hef een makkelke nature (Zuidwolde)

    Zie ook:
  4. gemakzuchtig

    Hij maokt zich niet drok, hij is makkelk uutvallen

    Hij is in die dingen wel arg gemakkelijk (Hoogeveen)

    Hij deenkt er nogal makkelijk aover

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...