meet meten, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: maten, mede (Veenkoloniën), mete (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), mète (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. meet, streep

    Ie moot neet

    over de mete komen, aans beej of (Diever)

    As de meet

    vol is met neutie schieten, moej er centen bij zetten (Drouwen)

    Zie ook:
  2. Het hef mij van meet of an al niet good toe leken

    Hij is over de meet gaon

    Ze bint aordig over de meet

    Zie bint achter de meet

    Ie staot achter de meet, mien jong

    Zie ook:
  3. grens tussen twee akkers(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hier löp de meet (Dalen)

    Zie ook:
  4. slaag(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Hij kreeg er een beste meet (Dwingelo)

    Zie ook:
  5. meten

    maten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...