minachtig bijwoord
  1. slecht

    Ze hebben hom mor wat minachtig behandeld (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. gering(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat denk ij toch minachtig over mij (Stieltjeskanaal)

    Het is maor een minachtig gewas (Zuidlaren)

    ...kèreltien (Sleen)

    Zie ook:
  3. geringschattend, neerbuigend(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij kan oe atmet zo minachtig ankieken (Zuidwolde)

    Hij kek der zo minachtig op neer (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...