minst
Dat is het minste wark (Valthe)
Je kunt dudelijk zien dat in de linker flesse de minste draank zit (Broekhuizen)
Ze hadden mij het minst in de reken (Klazienaveen)
Good heur, ik zal wel weer de minste wezen (Diever)
Hij is altied met het minste tevreden (Beilen)
Er even hen gaon is al het minste, waj doen kunt (Drouwen)
Op zien minst har e even bellen kund dat e niet kwam vanaovend
Ik wil der op zien minsten nog een paar dagen op uut
Je hebt er op 'n minst last van aj achter mekaor loopt
Dei stoule mot op zien minst dartig gulden opbrengen
slechtst
De minste appels hef e zölf holden (Barger Oosterveld)
Hij is er het minst ofkommen (Weerdinge)