Ook: medel'
model, vorm
Van de febrieksploeg was het langiezer niet goed in 't medel (Elim)
Die jurk zit gien medel in (Borger)
Een mooi medel koe (Dwingelo)
Gien medel of fatsoen
voorbeeld
Hie mot medel staon veur de schilders (Eext)
Van dat kliedtien wo'k wal een model hebben (Emmen)
Oes Grietien was een model van een wicht