Ook: mood (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), moud (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), mooud (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
moed
Wij geeft de mooud niet op (Anloo)
Met volle moud der op of (Eelde)
Wij moet de moed der maor inholden (Zwinderen)
Hij hef nog goeie moed (Erica)
pit, energie, durf
Het is een minnig mannegien, mar der zit wel moed in (Uffelte)
Dat peerd zit moed in, die moej goed in de leide holden (Vledder)
Vrouwlu, die der altied wat mooi bijloopt, wurd wel ies zegd: Daor zit flink moed in (Koekange)
vertrouwen
Daor he'k nog wel een beetien moed in dat dat wel klaor komp (Klazienaveen)
gemoed
Het was hum mal te moude
Moed verleuren is al verleuren (Stieltjeskanaal)