Ook: naal (Kop van Drenthe), nale (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), nalde (Zuidwest-Drenthe Noord), naolde (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), naodel (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), naold
Bron: A. Dening & A. Deningnaald
Mien moe hadde de naolde in de sokke laoten zitten (Elim)
Die zitterd? Je zulden hum een naold in het gat steken (Gasselte)
Die is deur het oge van de nalde kreupen (Smilde)
Een nale in een heuibult zeuken
Die knoop is er met de glunige naald anzet
Een knobe aanzetten mit een glende nale en een verbraande draod
Hie hef de naold in het spek stèuken
De kleermaker zat er met de glunige naal achterhèer
daklijst
Hij leup over de nalde van het huus (Wapserveen)
deel van een stro-pers of zelfbinder
De naalden knupten de bossen stro (Padhuis)
Hij stun aaid an de naal(d)
dun puntig staafje voor vele doeleinden, zoals grammofoonnaald, injectienaald, kompasnaald
De naolde van de balansschaole stund nog niet stille (Zuidwolde)
De naald bij het dekken gung de draod deur um het reit vast te binden (Odoorn)
naald van naaldhout
Wat valt er een naolden van dei bomen (Barger Oosterveld)