niet I -en, allee, de, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: nede (Veenkoloniën), net III, neet (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak
  1. niets

    Ze kunt er neet van

    Zie ook:
  2. geen prijs in de verloting

    Op mien lot is weer een niet evöllen (Meppel)

    As niet komp tot iet, dan kent iet zuchzölfes niet (Smilde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...