tijdelijke stalling voor (uitgebroken) vee of voor paarden bij een smid
Nao de braand heb wij eerst een noodstal bouwd (Hooghalen)
As het vee bij de weg lop, wordt het naor de noodstal braacht (Borger)
Wij hebt een zieke koe, daor hew een noodstal veur maakt (Emmen)
Bai de smid stun een noodstal veur onwillige peerden (Roden)
Noodstal (...) dat waren veier dikke paolen (Hoogeveen)