noot noten, de, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: note (Zuidwest-Drenthe)

  1. muzieknoot

    Het kiend is wel muzikaal, mar kan gien noot lezen (Uffelte)

    Hij kent gien noot zo groot as een koe (Westerbork)

    ...as een olifant (Meppel)

    Hij kon de hoge noten niet haelen (Vledder)

    nait kriegen (Valthermond)

    Hij hef zeker veule noten èten

    Hij speult zunder noten

    Het was stikkedonker, hie kun gien noot mèer zien

    Zie ook:
  2. Hij kreeg het mit hum op de noten

    Dennen hef hiel wat noten op de zang (Schoonlo)

    op de zangen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...