Ook: note (Zuidwest-Drenthe)
muzieknoot
Het kiend is wel muzikaal, mar kan gien noot lezen (Uffelte)
Hij kent gien noot zo groot as een koe (Westerbork)
...as een olifant (Meppel)
Hij kon de hoge noten niet haelen (Vledder)
nait kriegen (Valthermond)
Hij hef zeker veule noten èten
Hij speult zunder noten
Het was stikkedonker, hie kun gien noot mèer zien
Hij kreeg het mit hum op de noten
Dennen hef hiel wat noten op de zang (Schoonlo)
op de zangen