oordiel het
  1. vonnis, uitspraak

    IJ moet niet zo gauw een oordiel vellen (Sleen)

    Zie ook:
  2. De kinder meuiken een lewaai as een oordeeil

    Zie ook:
  3. mening

    Wat is oe oordiel daorover? (Dwingelo)

    Hij hef zien oordiel gauw klaor

    Hij het naarms gien oordeil over

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...