opjutten
Ik laote mij niet graag opjutten (Ruinerwold)
Dai baos van ons het nog nooit anders daon as opjutten (Valthermond)
opjagen
opbeuren, optillen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Wij moet die boom opjutten, dan kuw der een klossien under kriegen (Sleen)