Ook: paachter (Kop van Drenthe)
pachter
De pachter kon de hure niet opbrengen (Meppel)
Hai het een woord as een pachter (Zuidlaren)
Hij kik zo zoer as een paachter (Roderwolde)
Doe stinks as een pachter (Barger Oosterveld)
Ie kunt bèter een grote pachter wezen as een kleine boer (Hoogeveen)
Hij is paachter van het tolhek
Hij zop as een pachter (Barger Compascuum)
huurder