pandoer dehet
  1. kaartspel,

    Oes buurman giet elke maandag hen de veemarkt in Hoogeveen, dat is vast pandoer

    Dat geeit vast en zeker deur, dat is opgelegd pandoer (Balloo)

    Zie ook:
  2. oude kleren(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ik zal èven het olde pandoer antrekken (Ruinerwold)

    Zie ook:
  3. lummel(Midden-Drenthe)

    Dat is een pandoer van een jong (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...