Ook: pa(a)ilen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)
peilen
Het is zo diepe, ie kunt het niet peilen (Dwingelo)
Eeven peilen, hoeveul veen of der zit (Klazienaveen)
Ik heb hom even goud paaild, hou of e der over docht (Roderwolde)
Ik kan die man niet peilen, ik leer hum nooit kennen (Oosterhesselen)