petroon I de, Zuidwest-Drenthe

Ook: patroon

  1. kogel

    Hij wol scheiten en do har e gien patroon ien het geweer (Barger Oosterveld)

    De petroenen waren op (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. van een persoon(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat een wies petroon is dat (Hooghalen)

    pestol, petret

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...