petroon II petronen, dehet

Spellingvarianten als bij: petroon I

  1. model

    Ik moe eerst even een petroon tieken (Sleen)

    Hie knipt een klied naor een petroon (Weerdinge)

    Zie ook:
  2. figuur, patroon in stof

    Dat is een trui mit een mooi petroen (Fluitenberg)

    Ik holle niet van die grote petronen op een jurk (Noordscheschut)

    Zie ook:
  3. fopwerktuig dat ter sprake komt bij het maken van worsten(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Eigenlijk mussen wij het petroon der even bijhebben (Sleen)

    worstpatroon

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...