pikker -s, de, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. steen of knikker om mee te

    pikken. Pikkers waren wat dikker as knikkers (Padhuis)

    As wij an het koepie pikken waren, deden wij dat met een stienen pikker (Borger)

    pikstien, pikknikker, schotter

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...