plomp I de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: plompe (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), plump (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), plump(e) (Zuidwest-Drenthe), plumpe

  1. grote hoeveelheid

    Der stund 's mörgens een beste plomp water in de sloot (Roswinkel)

    Die koe gef een beste plump melk (Fluitenberg)

    Hij har een dikke plomp in het lief

    Wij hebt een beste plomp bier had (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...