Ook: ponge (Zuidwest-Drenthe), pung(e)
Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanakzak met koren of meel, ook de inhoud ervan
Ik krule mit de ponge naor de meule (Fluitenberg)
an de meul (Eext)
Wij hebt het pong nog niet van de meul haald (Sleen)
Hoe is het met de pong?
Die is er al deur
Die gooit met de pongen rogge, of het niks is (Hijken)
De muldersknecht bröng de pongen rond (Diever)
gedeeltelijk gevulde zak
Zie ook:bundel
Zie ook:dracht
Een fikse ponge
pongel