preken onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: prèken (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. preken

    Het was een wonderlieke domdee, man hij kun wol goud preken (Roswinkel)

    Hij preekt hum van de stool of en geet er zölf op zitten

    Hij kan de vis uut het water preken

    Zie ook:
  2. zwetsen

    Dende hef op die verjaordag de hiele aovend zitten te preken (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...