punter I -s, de
  1. punter, soort boot

    In Gietern vaert ze mit punters (Dwingelo)

    Punter

    Een punter is hier een klein soort boot (Kerkenveld)

    een klein bakkersbootie (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  2. Hij is zo dronken as een punter (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  3. klap(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hij gaf hum een punter, hij soezebolde aover de straote (Ruinerwold)

    Zie ook:
  4. trap met de punt van schoeisel

    Hij gaf de balle een beste punter, zodat e in een keer het doel in vleug (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...