Ook: row (Zuidwest-Drenthe)
rauw, niet gekookt etc.
Ik lusse wel een rauw ei (Dwingelo)
Rauwe metworst wuurd in de balken dreugd (Padhuis)
Greunte ete wij vaeke rauw (Diever)
Een plakkie rauw spek is wel lekker, rauw vleis zit gien smaak an (Ruinerwold)
open, ontveld
Ik schupte mij aaid de enkels rauw (Sleen)
Geert hef een rauwe stee an de haand (Rolde)
ruw, niet glad
Ik heb de handen zo rauw, dat komt van het schraole weer (Klazienaveen)
ruig
Dat laand lig er rauw en roeg bie (Emmer Compascuum)
Het dier is wat row in het haor (Wapserveen)
Hij is zo rauw in het wark (Zuidwolde)
onbeschaafd van taal
Hie komt slim rauw over (Borger)
Ze bint daor nogal rauw in de mond (Nijeveen)
Hij hef wat rauwe proot over zich (Fluitenberg)
ondoordacht
Het völt mij rauw op de hoed
globaal(Zuidwest-Drenthe Noord)
We hebt een rauwe berekening meuken (Wapse)
niet aangesneden(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)
Veur zo'n 70, 80 joor lagen hier nog doezenden bunders rauw veen (Barger Compascuum)
onbegroeid(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Rauw veen is onbewassen veen (Roderwolde)
in
rauwe mes
Rowe mest, dat is mest mit stro of aander streisel (Kerkenveld)
Stront pak ie mit de schoepe en rowe mes mit de vörke (Dwingelo)
roeg