redde bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: red (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), reie (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. mooi recht

    Um huven te maken, moej van dat mooie redde stro hebben (Sleen)

    Dat redde stro is mooi geschikt veur beddestro (Wapse)

    ...veur dakstro (Stieltjeskanaal)

    Ik moet even een redde takkebos opzuken (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. opgeruimd, netjes

    Ik wil het huus redde hebben veur as ze komt (Geesbrug)

    Het huus muj redde hebben en de dèle mooi schoon (Koekange)

    Zie ook:
  3. pluis

    Gao der mar niet hen, het is der niet redde (Schoonebeek)

    niet reie (Smilde)

    Zie ook:
  4. in harmonie

    Bij die lui was het niet zo redde

    Zie ook:
  5. kundig, ervaren

    Vraog heur mar um hulp, want daor is ze aordig redde in (Zweelo)

    Het is een redde meid (Zuidwolde)

    Zie ook:
  6. betrouwbaar of eerlijk

    Hij is niet zo redde an het vessie, kiek uut veur hum (Dwingelo)

    Zie ook:
  7. lekker

    Ik bin niks redde in de hoed, ik gao hen bedde (Sleen)

    Zie ook:
  8. bang(Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Die duurt er wel te wezen, die is lange niet redde (Ruinerwold)

    Zie ook:
  9. los(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dat gaoren zit in de wiere, det muj even redde maken (Pesse)

    ree

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...