rek II -ken, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: rekte (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. poos, tijd

    Het is nog een hele rek, veurdat het middag is (Rolde)

    Het duurde een rekte, veurdow an de beurte waren (Ruinerwold)

    Veertien dagen in Veenhoezen is een hiele rek

    Het is al een lange rekte elene, da'k oe eziene hebbe (Uffelte)

    Wij hebt al een hiele rekte had

    Zie ook:
  2. grote afstand

    Dat is een haile rekte op fietse (Valthermond)

    Ze woont een hiele rekte hier vandaon (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...