Ook: remme (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
rem
De rem van de fietse was kepot en ik kreeg zowat een ongelok (Diever)
Hie is aaid even drok; de rem möt er ies op (Zweelo)
Op de bouw wordt een rem ezet (Hoogeveen)
kramp(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Hie hef rem in de bienen (Sleen)
Peerde en koene en ook mèensen hebt wal last van rem (Schoonebeek)