remmen II overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord
  1. omver trekken

    Die slachter wil die koe remmen; hie möt het remtouw hebben (Sleen)

    As een kou remd wör, trokken ze drei poten naor 'nkander tou (Roderwolde)

    anremmen

    ofremmen

    snoeren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...