ribbel, verhoging
Ribbels breien in een trui (Emmen)
Er zit van die dikke ribbels op de weg (Pesse)
As het 's winters vreuren hef en as der wat wind bij is, kriej altied wat ribbels op het ies (Weerdinge)
(zoz, zwz), in
op de ribbel
Hij is elke aovend op de ribbel (Ruinerwold)
Dat peerd is op de ribbel west
rittel