riegen I werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: riegeln (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe)

  1. in de rij (gaan) staan

    De eerappels regelt al mooi, Wij kunt er gauw mit een schoffeltuug deur (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  2. zien dat het een rij wordt

    IJ kunt de bonen al riegen (Gasselte)

    ...de erpel al riegeln (Mantinge)

    Zie ook:
  3. in rillen leggen van gras of hooi(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Zie ook:
  4. notenschieten(Midden-Drenthe)

    Met paosen zetten wij neuten op een lange rij. Dan met een iezern stuiter er an langes rollen. Dat n (Beilen)

    riefken

    Riegel die, zee de boer en do har e ein kou op stal (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...