Ook: rait, reet II, riet (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), (Zuidwest-Drenthe Zuid), raait (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), reet (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), riete (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), rit IV
riet
De dekker zet het reit vaast met kramdraod (Eext)
Ze kregen nei reit op het hoes (Grolloo)
Van reit maakten wie vrogger de pielen (Nieuw Schoonebeek)
Hai wur mit ain kloetje in het rait stuurd (Tweede Exloërmond)
rietstengel, gebruikt als pijl; werd doorgaans uit het rieten dak getrokken
Rieties snieden veur de schietbaoge (Hollandscheveld)
Ie mussen een mooie rechte reit hebben um een pijl te maken (Oosterhesselen)