Ook: rimme (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
rand
Aj de knieptange zuukt, die lig op de rimme in de schure (Ruinerwold)
Er luip een dikke röt
over
rij opgestapelde turf (veend.) of brandhout
De bagger wordt op rimmen zet (Barger Compascuum)
As de torf egraven was, dan zetten ie ze eerst te dreugen op stoekies en later op
rimmegies; dan kun de wiend er mooi deurweien (Hollandscheveld)
Op rimmen zetten: De törf weur dan in de lengte tegen mekaar legd en dan weur er een scheertörf ac (Geesbrug)
diek, ribbe
plank in kast of kelder om iets op te zetten(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe)
De rimmen in de kelder moet even schoonmaakt worden (Klazienaveen)
Mien vrouw hef de rimmen uut de kaste haald; zij hef er een hangkaste van maakt (Erica)
rij op de smalle kant staande veekoeken
Zie ook:dam, die men bij het graven laat zitten
Der wuurd altied bij het törfgraven een rim zitten laoten um het water in de törfkoel tegen te hoo (Padhuis)
Bij mooi weer kunt wij wal rimmen graven
ribbe
smalle hoop
Wij hebt het blad op rimmen harkt (Coevorden)
Ze hebt nog mor een smal rimmegie heui (Pesse)
Daor leg een hiele rim ruumèer an de sloot langs (Stieltjeskanaal)
Wij hebt al een hiel èende rim klaor
Wij gooit de erpel op de rim
opstaande rand
Maak even een rim langs de erpelkoel (Zweelo)
ril