roep -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: roepe (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. rups

    Wij hebt van 't zomer weinig roepen op de kool zitten (Koekange)

    Hij is zo maoger as een roep (Anderen)

    ...zo dun as een roepe (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. Die is deur de roepen op het mous scheten

    Zie ook:
  3. penis(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hael die roepe van oe ies binnen, der komp volk an (Dwingelo)

    Ien zien broekien zat een scheur en daor kwam zien roepien deur (Hoogeveen)

    stummel

    Zie ook:
  4. worm(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Voelbeienholt, waor niet zo gauw de roepe in kwaamp (Pesse)

    Zie ook:
  5. emelt(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Bij het tuun umspitten kwaam ik veule roepen tegen (Dwingelo)

    roepien

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...