roet III het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: roout (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), rout (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), root (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. roet

    Wij kriegt vast regen, het roet begunt zo te lopen (Sleen)

    Hij zaag er uut, zo zwart as roet (Dwingelo)

    De heile schorstie zit vol rout (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...