Ook: rulen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
rollen
Die stien kuj beter rollen as tillen (Klazienaveen)
Ik heb mie zo zat eten, ik kan wol rollen (Roswinkel)
Zij harren een lol, zij rolden over aover de grond
De knikkers ruulden aover de vloere (Hoogeveen)
As wij neijaorskoken bakt, rule wij ze um het ruulholtien (Diever)
bewerken met de landrol
Het laand mot nao het zaaien rold worden (Emmer Erfscheidenveen)
Molleritten en pinkestappen mut dicht erold worden (Zuidwolde)
fietsen(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe)
Hij was veur het eerst weer op fietse, hai kwam der zo mooi aanrollen (Valthermond)
keren van gras(Kop van Drenthe)
Een zwao gras wör rold of keerd (Roderwolde)
Het gras is nog niet goud dreug, wai zullen het nog een keer rollen (Norg)
niet willen snijden van brood(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die stoete rolt veur het mes, die is nog te vars (Padhuis)
ruult veur het mes uut (Ruinerwold)
rolt veur het mes an (Drouwen)
vallen
Hie is oet de kakstoel rold (Sleen)
Ik kwam te rollen (Meppel)