Ook: rok (Zuidwest-Drenthe), rök (Zuidwest-Drenthe Zuid)
ruk
Nog ein ruk en het kaalf is er (Roswinkel)
Het is het beste, dat we maar in ien ruk deurwarken (Nieuw Amsterdam)
poos
Het was een hiele ruk later as dat wij dacht hadden (Geesbrug)
Komt het oe gelègen as mien va en moe vanaovend een rokkie koomt? (Hollandscheveld)
grote afstand
Het was een hiel rök op de fietse (Nijeveen)
Wie hebt al een heile ruk had (Barger Compascuum)
karwei(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Het was een hiele ruk um dat klaor te kriegen (Sleen)
in
bij rukken
Het is bij toeren slimmer as bij rökken (Hoogeveen)
Bij tieden en bij rukken warkt hij wel ies (Zuidwolde)