Ook: schao (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), schae (Zuidwest-Drenthe Noord), schade (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
schade
Die hebt ze met scha mutten verkopen (Geesbrug)
Ie mut nou nog gien wortels trekken, want ie trekt er scha ien
Aj met Sunt Jopk mèeit, dan mèej der gien scha mèer an
Haalt de scha ies weer op
Aj veur lustervink speult, moej soms je eigen scha en schaande heuren (Hijken)
Een bliend peerd kan der gien schae doon
Hij hef de scha an de verzekering opgeven (Coevorden)
Wai hebben een paor populieren op schao staon, maor je kunnen ze op het ogenblik niet kwiet
Hoe varder van oen wark, hoe dichter bij oen scha
Het geet ons net as de jeude, wij leeft van de scha (Noordscheschut)
boete(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Wij kregen eerder schao op een belastingzetel, die niet optied betaold was (Ekehaar)