schamel I -s, dehet, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: schaomel, schaemel (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. doorgaans draaibare draagbalk van de boerenwagen

    De rongen veur de ledders zit op de schamel (Sleen)

    Een schamel is een balkien mit an weerskaanten een rong en in het midden een penne, waordeur het veu

    gen kan drèeien (Hoogeveen)

    Het veurste schamel van de wagen is dreibaar, de achterste zit vast (Schoonebeek)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...