schilder -s, de
  1. schilder

    Het hiele huus stiet op de kop, want wij hebt de schilder (Hoogeveen)

    varver

    Zie ook:
  2. schilderij, plaat, prent(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat een mooie schilder hej daor hangen! (Roderwolde)

    Die mooie kaemer mit zukke schilders

    Der stunden nogal wat plaoties, ...schilders in dat bouk (Eelde)

    Bron: Drentsche Volksalmanak Zie ook:
  3. gekleurde kinderprent

    Zie ook:
  4. meikever(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Bij ekkelbieters haj mulders en schilders (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...