schokker -s, de
  1. aardappelsorteermachine die bij het sorteren schokkende bewegingen maakt

    De schokker is van net nao de oorlog (Sleen)

    Ik heb de buurman zien schokker een dag um de poters te sorteren (Elim)

    An de schokker staon te drèeien was een vervelend wark. De eerappels weurden dan in drei of vier so (Geesbrug)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...