schot III het, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord
  1. achtergebleven stro of aren

    Met het mèeien is er wat schot liggen bleven, dat moej rieven (Sleen)

    Het bij menaar harken van het schot deew mit de harke (Ruinerwold)

    Even het schot opbinden (Valthe)

    Met schot kuj de gaoten opvullen bai het laoden (Eexterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...