schrappen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: schrabben (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), schraepen (Zuidwest-Drenthe Noord), schrapen (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), schraopen II, schraopen (Midden-Drenthe)

  1. alles in bet. 1. en 3

    Zie ook:
  2. schrapen, schrappen

    Zit niet zo in die panne te schrapen, de griezel giet mij aover de grauwel (Hollandscheveld)

    Ik moe die wortelties nog schraepen (Diever)

    schrappen (Anloo)

    Aj neie erpel eet, kuj ze best schrappen

    Zo'n slachtzwien mus eerst schrapt worden en dan worden ze scheerd mit het scheermes (Barger Compascuum)

    Hai is zo zunig, hai schrapt nog de botter op stoede

    Ze mussen alles der weer of schrabben (Eelde)

    Harm schraap mij de de wortel of ik èet hum zo

    Hie schrapt zuk de keel (Sleen)

    Hij mot zien eigen pottien mor schrappen (Buinen)

    schrapen

    Zie ook:
  3. schrappen, doorhalen

    Doou die kerel in het bestuur kwam, he'k mij vort laoten schrappen (Eext)

    De schuld wuurd schrapt (Padhuis)

    Zij hebt wat heiligen schrapt

    Zie ook:
  4. zuinig zijn

    Die hebt er tegen schrapt um zowied te kommen (Sleen)

    Zie mussen schrappen um het heufd boven water te holden (Wapserveen)

    Zie ook:
  5. slecht schaatsen(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Aj scheuvellopen lèren wolden, muj eerst hiel wat schrappen doen (Zwinderen)

    schraphakken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...