kwaaie vrouw, feeks. Ook wel gezegd van een man (zo, zwn) of kind(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Het
mut een serpent van een wief wèzen, he'k wel ies
heurd (Ruinerwold)
Het is zo'n serpent, ze kun de duvel wel oet het gat kreupen wezen (Drouwen)
Een ondeugend serpent huuft niet beslist een vrouw te wezen (Oosterhesselen)
Dat kind is zo'n akelig serpent (Zwinderen)