sluten overgankelijk, sterk, werkwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: sloeten (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe)

  1. sluiten

    Ie moet tegenwoordig de deure goed sluten, aj vurtgaot (Vledder)

    Aj een slötten, ...sleuten lief hebt en der volgt gien operatie,

    giet de patient vaak dood een blindedarmontsteking (Schoonebeek)

    Het is om elf uur sluten, dan moej der oet

    Zie ook:
  2. sluiten van een koe na het kalven

    Die koe is al wèer sleuten, de banden bint er wèer (Mantinge)

    As hij maor niet mit de nèze blif

    staon, want hij slöt al helemaole (Noordscheschut)

    Zie ook:
  3. beëindigen

    Hij mot de vergaodering sluten (Grolloo)

    Zie ook:
  4. passen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Dat slut as een busse

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...