mond, bekje
Ze hef de snap op de goeie stee zitten (Balloo)
in
een hap en een snap
Het is veur een hap en een snap te koop (Klazienaveen)
Ik heb er man een hap en een snap van heurd
In een hap en een snap hef hij dat edaone
(zoz, zwz, md), in
op de snap
De moezenval heb ik op de snap zet
Hie hef de vrouw ok op snap
Wij stunden op snap um weg te gaon (Padhuis)