spin I -nen, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: spinne... (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. spin

    Der zit een spin in de slaopkamer (Borger)

    Hij was zo kwaod as een spinne (Barger Oosterveld)

    zo drok as een spinne (Nijeveen)

    *Spin in de morgen/Kommer en zorgen/Spin in de naomiddag/Gelok op de daarde dag (Hoogeveen)

    .../Spin in de middag/Gelach (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...